Na de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) komt de Europese wetgever binnenkort met een andere verordening die van invloed gaat zijn op onze manier van dataverwerking: de ePV (e-Privacy Verordening). Wanneer de ePV inwerking zal treden is nog niet duidelijk. Naar verwachting zal dat medio 2019 zijn. De ePV zal de op dit moment geldende Europese ePrivacy Richtlijn (EPR) vervangen en daarmee dus ook de Nederlandse Telecommunicatiewet die hierop gebaseerd is.

Ondanks dat ik het gevoel had dat de ePV nog helemaal niet bekend is bij ´het grote publiek´ krijgen wij toch al geregeld vragen erover. De meest gestelde vraag betreft het verschil tussen de AVG en de e-Privacy Verordening. Dat zal ik in dit artikel kort toelichten.

 

De e-Privacy Verordening is een Lex specialis

 

De e-Privacy Verordening zal een zogenaamde lex specialis van de AVG worden. Dat betekent dat als beide wetten elkaar tegen spreken de ePV voorrang zal hebben. Indien een onderwerp niet nadrukkelijk is geregeld in de ePV, kan men terugvallen op de AVG. Eigenlijk zal de ePV een uitwerking worden van (bepaalde onderdelen) van de AVG.

 

De onderwerpen die de verordeningen regelen

 

Zoals de meeste lezers nu wel zullen weten regelt de AVG zaken die vooral de opslag, gebruik en verwerking van persoonsgegevens betreffen. De e-Privacy Verordening gaat zaken regelen die vooral e-mail, cookies en direct marketing aangaan.

 

De toepasselijkheid op business to business

 

De AVG ziet voornamelijk (uitzonderingen daargelaten) toe op het beschermen van rechten van natuurlijke personen (mensen van vlees en bloed). De ePV ziet echter zowel toe op het beschermen van rechten van natuurlijke personen als op rechtspersonen (ondernemingen zoals bijvoorbeeld een B.V.).

 

De impact

 

Zoals u wellicht nog wel weet was de impact van de AVG enorm. Vooral vlak voor 25 mei 2018 (de datum waarop de AVG inwerking trad). Veel ondernemingen hadden zich vergist in de omvang van wat zij moesten regelen om AVG-conform te kunnen ondernemen. Denk bijvoorbeeld aan een nieuwe privacyverklaring, verwerkersovereenkomst en het inrichten van een register van verwerkingsactiviteiten.

 

Naar verwachting zal de invoering van de ePV minder geregel met zich meebrengen. De meeste ondernemingen zullen wel hun cookiemelding moeten aanpassen. Ook de manier van het versturen van (direct) marketing berichten dient zorgvuldig onder de loep genomen te worden. Maar, tenzij uw onderneming zich richt op het aanbieden van moderne communicatiemiddelen of de eindapparatuur daarvan, bent u, als u althans al AVG conform onderneemt al een heel eind op weg als bovenstaande zaken in orde zijn.

 

Overeenkomst tussen de AVG en ePV

 

Naast de verschillen zijn er ook een aantal overeenkomsten tussen de AVG en de ePV. Zo zullen beiden van toepassing zijn binnen de gehele EU. Met andere woorden, in beginsel gelden voor alle EU lidstaten dezelfde regels ten aanzien van de onderwerpen die de verordeningen regelen.

 

Daarnaast kunt u op grond van beide verordeningen gebruik maken van dezelfde rechtsmiddelen. Bijvoorbeeld het indienen van een klacht bij de handhavende instantie (welke in Nederlands voor beide verordeningen de Autoriteit Persoonsgegevens is). En zijn ook de hoogtes van de boetes in beide verordeningen gelijk (maximaal 20.000.000 of 4 % van de wereldwijde jaaromzet).

 

Hebt u na het lezen van dit artikel nog vragen? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.