Na de verkiezingen van woensdag 15 maart volgde de langste formatie in de parlementaire geschiedenis. Na 209 dagen onderhandelen is er een regeerakkoord bereikt tussen de VVD, CDA, D66 en CU. Vandaag (12 oktober) werd Mark Rutte door de kamer aangewezen als formateur. Hij streeft erna om op donderdag 26 oktober de nieuwe kabinetsploeg, door vele nu al een kabinet van het midden genoemd, te presenteren. Mark Rutte, Sybrand Buma, Alexander Pechtold en Gert-Jan Segers zijn niet bang om flink de bezem door bepaalde regelingen te halen en dat heeft voor de meeste medelanders gevolgen. Ook voor u als ondernemer gaat er het een en ander veranderen.

 

Hieronder een beknopt overzicht van de belangrijkste wijzigingen voor u als ondernemer, vanuit het perspectief van een jurist ondernemingsrecht.

 

DE WET DBA WORDT VERVANGEN DOOR EEN OPDRACHTGEVERSVERKLARING

De Wet BDA heeft volgens het kabinet geen helderheid geschapen ten aanzien van het al dan niet bestaan van een arbeidsrelatie tussen opdrachtgever en –nemer. De Wet DBA wordt daarom vervangen. De nieuwe wet moet enerzijds de opdrachtgever de zekerheid bieden dat er geen sprake is van een dienstbetrekking. Anderzijds moet zij schijnzelfstandigheid voorkomen. Het kabinet wil samen met de belastingdienst een zogenaamde ´webmodule´ ontwerpen zodat opdrachtgevers een opdrachtgeversverklaring digitaal kunnen aanvragen. Met deze opdrachtgeversverklaring krijgt een opdrachtgever vóóraf de zekerheid van vrijwaring van loonbelasting en premies werknemersverzekeringen.

 

LOONDOORBETALINGSPERIODE VOOR KLEINE WERKGEVERS WORDT VERKORT

Een grote spreekwoordelijke doorn in het oog van vele (kleine) ondernemers en vooral een reden om geen arbeidsrelaties aan te gaan is de loondoorbetalingsplicht van twee jaar bij ziekte van een werknemer. Dat wordt door dit kabinet eindelijk aangepakt. Er wordt onderscheid gemaakt tussen grote en kleine ondernemers. Heeft u tot 25 werknemers wordt u als kleine ondernemer beschouwd. Voor deze kleine ondernemers gaat voortaan een loondoorbetalingsplicht van één jaar gelden. Nog steeds niet zo aantrekkelijk zoals in bijvoorbeeld Duitsland (zes weken) of België (één maand), maar wel een stap in de goede richting!

 

ER KOMEN GEEN VERPLICHTE VERZEKERINGEN VOOR ZZP´ERS

Het kabinet heeft zich in dit regeerakkoord nog niet willen wagen aan verplichte verzekeringen voor zzp´ers. Zij is wel van mening dat zelfstandigen een bewuste keuze moeten kunnen maken om zich wel of niet te verzekeren. Ook is zij van mening dat zelfstandigen die daarvoor kiezen in beginsel toegang moeten hebben tot de verzekeringsmarkt. Aangezien vele verzekeringen voor zzp´ers momenteel nogal kostbaar zijn is het kabinet voornemens om in gesprek te gaan met de verzekeraars om een beter verzekeringsaanbod te bevorderen.

 

PAYROLLCONSTRUCTIES EN NULURENCONTRACTEN WORDT MINDER AANTREKKELIJK GEMAAKT

Het kabinet onderkent dat er op de arbeidsmarkt behoefte is aan flexibiliteit. Zij wil echter voorkomen dat flexibele arbeidsvormen worden benut om te concurreren op arbeidsvoorwaarden of leiden tot situaties waarbij de flexibiliteit de arbeidsmarktkansen van flexibele werknemer te negatief beïnvloed. Het kabinet vindt dat de arbeidsvoorwaarden van flexibele werknemers minstens gelijk moeten worden gesteld aan de arbeidsvoorwaarden die gelden voor de werknemers bij de inlener. Ook gaat het kabinet de definitie van formeel en materieel werkgeverschap binnen payrolling dichter bij elkaar brengen. Hierdoor zou het zomaar kunnen dat in de toekomst de werknemer niet meer in dienst gaat bij het payrollbedrijf. De werknemer komt weer bij de inlener in dienst, die dan werkgever wordt!

 

Ten aanzien van het nulurencontract wil het kabinet voorkomen dat van de werknemer permanente beschikbaarheid wordt verwacht terwijl dit voor de betreffende werkzaamheden helemaal niet noodzakelijk is. Deze permanente beschikbaar kan volgens het kabinet in de weg staan aan het aannemen van een andere (deeltijd)baan.

 

ER WORDT EEN MINIMUMTARIEF INGEVOERD VOOR ZZP´ERS

Het minimumtarief zou volgens het kabinet tussen de 15 en 18 euro per uur moeten liggen. Dat is125% van de loonkosten van het wettelijk minimumloon. Indien een opdrachtgever een zelfstandige opdrachtnemer voor minder dan dit minimumtarief laat werken gecombineerd met een langere termijn (langer dan 3 maanden) of in combinatie met het verrichten van reguliere bedrijfsactiviteiten wordt bepaald dat er altijd sprake is van een arbeidsovereenkomst. Daardoor moet de opdrachtgever dus onder andere loonbelasting en premies werknemersverzekeringen moet betalen.

 

Bent u zelf ondernemer en/of werkgever en mocht u vragen hebben over bovenstaande neem dan vrijblijvend contact met ons op!